Ingrediënten
• 125 g boter
• 140 g witte basterdsuiker
• 2 eieren
• 200 g bloem
• 1 theelepel bakpoeder
• 300 g amandelspijs
• ½ eetlepel citroenrasp
• 8 witte amandelen
Bereiding
1. Roer in een kom de boter met de basterdsuiker tot een romige créme. Meng er 1 ei door. Zeef er de bloem samen met de bakpoeder boven en kneed alles snel tot een soepele deegbal. Laat deze 1 uur in de koelkast rusten.
2. Roer 1 ei los en meng een ½ eetlepel ervan samen met 1 eetlepel koud water en de citroenrasp door de amandelspijs. Vorm er een rol van Ø 7 cm van. Snij deze in 8 gelijke plakken. Rol het deeg op een met bloem bestrooid glad werkvlak uit tot een lap van 7 mm dik. Steek er ca. 16 rondjes van Ø 7 cm uit.
3. Leg 8 deegrondjes in 8 rondoringen op een met boter ingevette bakplaat. Leg op de deegrondjes de plakken spijs en bedek deze met de overige deegrondjes. Verdeel over de rondo's 8 witte amandelen en druk deze in het midden.
4. Bestrijk de rondo's met een deel van het losgeklopt ei. Bak de rondo's in het midden van een voorverwarmde oven van 175ºC in ca. 25 minuten gaar. Laat de rondo's afkoelen en verwijder de ringen.
5. Wijzelf gebruiken een muffinvorm gecombineerd met uitsteekrondjes en krijgen er dan 9 rondo's uit.